background-image
Scan de QR code

om de web app op mobiel te bekijken

Phone preview

Wie was Lodewijk Pincoffs? 

Geboren in Rotterdam 7 juni 1827
Overleden in New York op 28 september 1911

‘A spectacle of so much glory and so much shame - 1827-1911’, staat er geschreven op de plaquette bij zijn standbeeld op een steenworp afstand van Suitehotel Pincoffs in Rotterdam.
Zakenman, reder en politicus Lodewijk Pincoffs behoort tot de Grote Rotterdammers, maar zijn blazoen is niet onbesmet. Hij zorgde er met de uitvoering van zijn ideeën voor dat Rotterdam een begin maakte met de uitvoering van een ambitie die vele decennia later zou uitmonden in de eretitel Grootste Haven van de Wereld.

Feijenoord
Op initiatief van Pincoffs werden havens gegraven die groot genoeg waren voor stoomschepen. Er kwam een verbinding met het achterland, met Brabant en Zeeland. Feijenoord, aan de overzijde van de stad, werd ontwikkeld tot een serieus havencomplex. Dit werd de kraamkamer van de Rotterdamse haven, nog altijd de grootste van Europa.
Het Poortgebouw was zijn directievertrek en het huidige Hotel Pincoffs zijn douanekantoor waar de afrekeningen plaatshadden van de verhandelde spullen uit het zeer nabij gelegen Vrij Entrepot.

Minister
Lodewijk Pincoffs kwam uit een welgesteld joods milieu. Hij trouwde met Esther Raphael op 12 augustus 1851 en deed het ondertussen ook goed in de politiek van Rotterdam. Hij werd in 1856 op 28-jarige leeftijd gekozen in de Gemeenteraad. Twee jaar later werd hij lid van Provinciale Staten. Pincoffs was een man met aanzien. Hoewel Pincoffs eerzuchtig en ambitieus was, wees hij twee keer een aanbieding af om minister van Financiën te worden in het Kabinet Fock (1868-1871) en het kabinet Kappeyne van de Coppello (1877-1879).

Instinct
Mensen hadden veel vertrouwen in het commerciële instinct van Pincoffs. Hij werkte mee aan de oprichting van de Rotterdamsche Bank, de Holland-Amerikalijn, de Nederlandsch-Indische Gas Maatschappij, de vestiging van Heineken’s Bierbrouwerijen en nog vele andere bedrijven. De weigering hem, als Jood, toe te laten tot de invloedrijke sociëteit Amicitia was ongetwijfeld het dieptepunt uit zijn leven.
In 1873 richtte hij de Rotterdamsche Handelsvereeniging op. Het kapitaal bedroeg liefst 15 miljoen gulden. Hiermee konden de grootse havenwerken in gang worden gezet op de tot dan toe onontgonnen linker Maasoever.

Netwerk
Iedereen met enig aanzien in de stad leek met hem verbonden. Burgemeester Van Vollenhoven liep, dagelijks op weg naar het stadhuis, bij hem aan om de belangen van Rotterdam te bespreken. De machtige bankier Marten Mees was innig met hem bevriend.
In de jaren 70 gingen de zaken in Afrika beduidend minder goed en Pincoffs trachtte met financiële trucs zijn neergang te camoufleren. Hij fraudeerde en hoopte op betere tijden. Het lukte hem zelfs nog prins Hendrik der Nederlanden in 1877 te overtuigen het erevoorzitterschap van de Afrikaansche Handelsvereeniging te aanvaarden.

Vlucht in de nacht
Het bleek allemaal te laat. In mei 1879 klapte het Pincoffs-imperium. Hij vluchtte met zijn gezin in de nacht naar de Verenigde Staten. Pincoffs werd bij verstek tot acht jaar gevangenisstraf veroordeeld. Een straf die hij nooit uitzat, omdat er geen uitleveringsverdrag was tussen de VS en Nederland. Zijn zwager Kerdijk moest het gelag betalen met twee jaar gevangenisstraf.
Pincoffs had zichzelf niet verrijkt, maar liet een miljoenenschuld achter. De gemeente Rotterdam nam de bezittingen over van de Rotterdamsche Handelsvereeniging. Eigendommen van Pincoffs werden geveild.
Met de tabak- en sigarenhandel van Pincoffs wilde het niet vlotten in New York. Ook zijn journalistieke arbeid kwam niet van de grond.

Pincoffs stierf als een berooid man.

'Interview' met Lodewijk Pincoffs (1907): Voormalig havenbaron over zijn glorietijd in de Maasstad.
Lodewijk Pincoffs, docu-film RTV Rijnmond